top of page

Politieke oriëntate

In periode 4 heb ik er voor gekozen om meer te doen aan mijn politieke oriëntatie. Niet zozeer om te ontdekken welke partij of ideeënfamilie het dichtste bij mij staat, maar om mijn kennis over de aspecten van de politiek waar ik nog geen ervaring mee had op te krikken. De focus hiervan lag voornamelijk bij het externe aspect: Hoe motiveer je mensen om te gaan stemmen? Hoe motiveer je mensen om op jou(w partij) te stemmen?

​

Mijn verdieping begon in Brussel, bij de European Youth Week. Dit is een jaarlijks event wat eigenlijk een gigantische beurs is voor jonge Europeanen om te ontdekken wat mogelijk is in Europa. Stands met Europese jongerenpartijen, een cursus fake news of een seminar over het beïnvloeden van Europese wetgeving. Veel leerzaams over de Brusselse bubbel dus.
Klinkt goed toch? Neen. Wat ik meenam van mijn drie dagen in Brussel was hoofdzakelijk dat een ambitieuze, gepoliticeerde Europese Commissie broodnodig was voor ons continent. Ook ben ik skeptischer geworden over de organisatievaardigheden van het Europees Parlement en de eindbestemmingen van mijn belastinggeld. Ik heb wel goed kunnen netwerken met andere jonge Europeanen en kennis uitgewisseld die mij later goed van pas kwam.

 

Toen werd het campagne tijd. De Europese verkiezingen, in Nederland net over op het moment van schrijven, kwamen er aan en dit werd mijn moment om in het diepe gegooid te worden. Eindelijk kon ik met mijn Europese ideeën de straat op en deze buiten mijn bubbel presenteren. Na het D66 programma stevig geamendeerd te hebben kon ik ook daadwerkelijk met mijn eigen visie mensen over de streep halen om op ons te stemmen. Welke les heb ik hier uit geleerd? Een glimlach doet wonderen, en een positieve, constructieve visie heeft toch best wat appeal in een tijd van polarisatie en inhoudsloos populisme.
 



 

58468539_472513163288616_693745390509125

Toekomstbeeld

"Ik heb tot nu toe best een goed beeld gekregen van wat wel en niet mogelijk is met deze opleiding. De focus vanuit de opleiding lag grotendeels op de typen organisatie waarbij bestuurskundigen vaak belanden. Deze zijn, op volgorde van mijn persoonlijke interesse: de overheid, een maatschappelijke organisatie (NGO) en een adviesbureau. 

Voor mij zijn er twee dingen belangrijk bij deze rangschikking. Ten eerste wil ik zo dicht mogelijk bij het beleid staan. Hierdoor is de impact die ik erop kan maken het grootst, wat mij toestaat om mijn ideeën toe te passen. Bij de overheid is dit natuurlijk het meeste zo, daar je direct verantwoordlijk bent voor het toepassen, schrijven of agenderen van beleid.

​

Ten tweede vind ik het erg belangrijk dat ik zo veel mogelijk mijn eigen mening los kan laten. Bij een adviesbureau is dit totaal niet aan de orde, daar anderen voor je bepalen waar je je mee bezig houdt. Bij een NGO kies je zelf voor een organisatie die jouw waardes en meningen delen, wat het werken voor mij makkelijker maakt.

Het liefst zou ik dus voor de overheid werken, en dan ligt mijn preference bij de Rijksoverheid, de Europese Unie en de gemeente. Dit wist ik al voordat ik met de opleiding Bestuurskunde was begonnen, maar door de vele sprekers is dit toekomstbeeld weer eens bevestigd."

Ook zou ik nu graag bij een investeringsmaatschappij willen werken. Door het college van Jan Pelle van de Brabantse Ontwikkelingsbank werd ik enorm gemotiveerd om in de investeringswereld werkzaam te worden. Ik had al een vage interesse in investeringspraktijken door mijn interesse in China, wat natuurlijk de wereld op haar grondvesten heeft doen schudden toen het haar Belt and Road initiatief toonde.

Ga ik door met de studie? Absoluut.



 

60850859_2405338283083020_83716914376204

© 2023 by Robert Caro. Proudly created with Wix.com

bottom of page